Statuten

ARTIKEL 1:
1. De vereniging draagt de naam: Duikvereniging ScubaBoZ.
Zij heeft haar zetel in de gemeente Bergen op Zoom.

DOEL
ARTIKEL 2:
1. De vereniging heeft ten doel:
a. Het beoefenen van de duiksport in al haar facetten;
b. Het stimuleren van de belangstelling voor en de kennis over de duiksport;
c. Het bevorderen van de contacten tussen haar leden, alles in de ruimste zin van het woord.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. het organiseren van duikbijeenkomsten en zwemtrainingen in zwemgelegenheden dan wel in buitenwaterlocaties die daartoe geschikt worden geacht;
b. het door daartoe bevoegde personen geven van duikinstructie op de daartoe gebruikelijke wijze en niveaus;
c. het in eigen beheer, dan wel in samenwerking met derden afnemen van examens ter verkrijging van duikbrevetten;
d. het organiseren van clubavonden;
e. het organiseren van overige activiteiten die voor het bevorderen van haar doel gewenst en bevorderlijk zijn;
f. het onderhouden van contacten met soortgelijke verenigingen;
g. het onderhouden van betrekkingen met overheids- en andere instellingen ter behartiging van de belangen van de onderwatersport in het algemeen en van de vereniging in het bijzonder;
h. alle andere wettige middelen, die de vereniging ten dienste staan.

DUUR
ARTIKEL 3:
1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar, behoudens dat het eerste verenigingsjaar eindigt per ultimo december van het jaar waarin de vereniging is aangegaan.

ARTIKEL 4:
1. De vereniging kent gewone leden, junior leden, ereleden en donateurs. Waar in deze statuten wordt gesproken van leden of lid worden/wordt daaronder verstaan zowel de gewone leden als de junior leden en de ereleden, tenzij het tegendeel blijkt.
2. Gewone leden zijn zij, die tenminste de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en als lid zijn toegelaten overeenkomstig het in artikel 5 bepaalde.
3. Junior leden zijn zij, die niet ouder zijn dan achttien jaar en als lid zijn toegelaten overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.
4. Ereleden zijn zij, die zich jegens de vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt en op voorstel van het bestuur als zodanig door de algemene vergadering zijn benoemd krachtens een besluit genomen met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Een erelid heeft dezelfde rechten als een gewoon lid. Ereleden zijn tevens zij, die voorheen erelid waren bij Duikclub Bergen op Zoom of bij Stichting Passion 4 Diving.
5. Donateurs zijn zij, die zich jegens de vereniging steunen met een financiële bijdrage, waarvoor de voorwaarden door het bestuur worden bepaald.
6. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet overdraagbaar noch vatbaar om door erfopvolging te worden verkregen.

TOELATING
ARTIKEL 5:
1. Als lid kan men worden toegelaten nadat men een verzoek dienaangaande bij de secretaris van de vereniging heeft ingediend. Het bestuur kan nadere eisen stellen over de wijze waarop men zich dient aan te melden en de informatie die daarbij verstrekt dient te worden. Het bestuur beslist over de toelating.
2. Een junior lid kan alleen onder begeleiding van een volwassen persoon lid worden. Het bestuur stelt nadere eisen over waar die begeleiding uit dient te bestaan. Bij inschrijving van een minderjarig lid tot de vereniging dien een wettelijk vertegenwoordiger het inschrijfformulier mede te ondertekenen dan wel schriftelijk toestemming te verlenen voor het lidmaatschap van de betreffende minderjarige.
3. Donateur kan men worden door aanmelding bij het bestuur, dat over de toelating beslist.

EINDE LIDMAATSCHAP
ARTIKEL 6:
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van het lid;
b. door schriftelijke opzegging door het lid;
c. door schriftelijke opzegging namens de vereniging;
d. door ontzetting.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. Zij geschiedt door een schriftelijke kennisgeving, welke vóór de eerste december in het bezit van de secretaris van de vereniging moet zijn. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende verengingsjaar geschieden door het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken, wanneer het lid, na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste december niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan, wanneer het lid zijn overige verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te eniger tijd door de statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten worden. De opzegging door het bestuur kan onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgaven van reden(en).
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in de leden 2. en 3. doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of zich zodanig gedraagt dat dit ernstige veiligheidsrisico’s voor zichzelf, één of meer andere leden of derden oplevert. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid onverwijld van het besluit, met opgaven reden(en), in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit der algemene vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
6. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit.
7. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 36 lid 3 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit krachtens hetwelk de verplichtingen van geldelijke aard van de leden worden verzwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van dit artikel bepaalde.

SCHORSING LID
ARTIKEL 7:
Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste een maand, in geval het lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschap verplichtingen, door handelingen of gedragingen die het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad of door handelingen of gedragingen die een ernstig veiligheidsrisico voor het lid zelf of één of meerdere andere leden of derden heeft opgeleverd. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.

EINDE DONATEURSCHAP
ARTIKEL 8:
1. De rechten en verplichtingen van een donateur kunnen te allen tijde wederzijds door schriftelijke opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende kalenderjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
2. Opzegging namens de vereniging geschied door het bestuur.

GELDMIDDELEN
ARTIKEL 9:
1. De inkomsten der verenging bestaan uit de contributies van de leden, uit bijdragen van de donateurs, uit bijdragen voor evenementen, uit entreegelden, uit sponsorgelden, uit subsidies, uit eventuele verkrijgingen ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele andere toevallige baten.
2. Ieder gewoon lid en junior lid betaalt een contributie, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen. Het contributiebedrag is opgebouwd uit een algemeen gedeelte en een NOB-deel welke bestaat uit de individuele afdracht voor het lid aan de Nederlandse Onderwater sportbond (NOB).
3. Bestuursleden zijn gedurende de zittingsperiode vrijgesteld van het betalen het NOB-deel, dit wordt door de vereniging gedragen.
4. Ereleden betalen alleen het NOB-deel.
5. Het bestuur bepaalt op welke wijze en op welke datum uiterlijk aan de financiële verplichtingen moet zijn voldaan.
6. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen algehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichtingen tot het betalen van een contributie te verlenen.
7. Alle op de invordering van gelden vallende kosten komen voor rekening van de betrokkenen. De invordering van gelden met buitengewone middelen, zoals door tussenkomst van een incassobureau of deurwaarder, geschiedt krachtens een bestuursbesluit.

HET BESTUUR
ARTIKEL 10:
1. Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste vijf en ten hoogste zeven personen. Het aantal bestuurders wordt vastgesteld door de algemene vergadering. In het bestuur hebben zitting een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
2. De bestuurders worden door de algemene vergadering uit de gewone leden dan wel de ereleden van de vereniging benoemd, met dien verstande dat de voorzitter door de algemene vergadering in functie wordt benoemd. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan.
3. Slechts leden van de vereniging zijn verkiesbaar als bestuursleden. De bestuursleden moeten meerderjarig zijn.
4. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer voordrachten. Naast het bestuur zijn alle leden bevoegd tot het opmaken van zulk een voordracht. Een voordracht door het bestuur moet in de oproeping tot de vergadering vermeld worden. Een voordracht door een of meer leden moet voor aanvang van de algemene vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
5. Is geen voordracht opgemaakt, dan is de algemene vergadering vrij in haar keus.
6. Indien er meer dan één voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
7. Nieuwbenoemde bestuursleden aanvaarden hun functie terstond na hun benoeming. De algemene vergadering kan voor de aanvaarding echter een ander tijdstip vaststellen.
8. Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dat nodig vindt.
9. Van de bestuursvergaderingen worden door de secretaris of door een door de voorzitter aan te wijzen ander bestuurslid notulen gemaakt, welke in die vergadering of in de eerstvolgende zullen worden goedgekeurd.
In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter van de vergadering omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit beslissend.
10. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.

SCHORSING/ONTSLAG BESTUURSLEDEN
ARTIKEL 11:
1. De bestuursleden worden benoemd, geschorst of en ontslagen bij besluit van de algemene vergadering.
2. Een bestuurslid kan maximaal voor een periode van maximaal drie jaar zitting in het bestuur hebben. Uiterlijk na deze drie jaar dient de functie verkiesbaar te worden gesteld. Aftredende bestuursleden kunnen zich terstond verkiesbaar stellen.
3. Jaarlijks treedt ten minste één bestuurslid af.
4. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verlopen van die termijn.
5. Bestuurders zijn bevoegd te allen tijde zelf ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van ten minste één maand.
6. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
7. Indien een bestuurslid tussentijds aftreedt, kan de ledenvergadering in de benoeming van een nieuw bestuurslid voorzien. Bij vacature in het bestuur kan het bestuur een algemene vergadering uitschrijven of met de vervulling daarvan wachten tot de voorgenomen algemene vergadering.

BESTUURSTAAK EN VERTEGENWOORDIGING
ARTIKEL 12:
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden de vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd.
3. Onverminderd zijn eigen verantwoordelijkheid kan het bestuur zich ter uitvoering van zijn taak doen bijstaan door adviseurs en commissies, welke door het bestuur worden benoemd.
4. De adviseurs en/of de samenstelling van de commissies worden door het bestuur aan de algemene vergadering bekend gemaakt.
5. Het bestuur is bevoegd in naam van de leden rechten te bedingen en verplichtingen aan te gaan, binnen de kaders van de door de algemene vergadering vastgestelde begroting.
6. Het bestuur is echter niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten hoger dan zes duizend euro, tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, noch het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijke medeschuldenaar verbindt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt, dan na verkregen toestemming van de algemene vergadering.
7. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
8. Alle geschillen, de belangen van de vereniging rakende of betreffende, worden beslecht door het bestuur met recht van beroep op de algemene vergadering of een beroepschrift ingediend bij de rechtbank.
9. De vereniging wordt vertegenwoordigd in en buiten rechte door tenminste twee bestuursleden tezamen, waaronder in elk geval de voorzitter, de secretaris of de penningmeester.

JAARVERSLAG, REKENING en VERANTWOORDING
ARTIKEL 13:
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanig aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering (jaarvergadering), binnen vier maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en geeft onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten rekening en verantwoording over het in het afgelopen verenigingsjaar gevoerde beheer. Na verloop van de termijn van vier maanden kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
3. De algemene vergadering benoemt jaarlijks, doch uiterlijk dertig dagen vóór de jaarvergadering, uit de leden een commissie (de kascommissie) van tenminste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende casu quo laatst verstreken boekjaar. De kascommissie brengt op de jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis dan kan de kascommissie zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven en haar desgewenst de kas en de waarde der vereniging te vertonen.
4. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot décharge.
5. Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemt de algemene vergadering een andere commissie bestaande uit tenminste drie leden, welke een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder benoemde commissie. Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd dan neemt de algemene vergadering al die maatregelen welke door haar in het belang van de vereniging nodig geacht worden.
6. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3, zeven jaar lang te bewaren.

ALGEMENE VERGADERING
ARTIKEL 14:
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. De agenda van de jaarvergadering bevat tenminste de volgende punten:
a. het jaarverslag door het bestuur over het afgelopen boekjaar;
b. de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 13 met het verslag van de aldaar bedoelde kascontrole commissie;
c. verkiezing van bestuursleden;
d. de benoeming van de in artikel 13 bedoelde kascommissie voor het volgende verenigingsjaar;
e. aanstelling van de commissies als bedoeld in artikel 18;
f. beleid voor het nieuwe jaar en vaststelling van de bijhorende begroting door de algemene vergadering.
3. De agenda van een algemene vergadering wordt door het bestuur vastgesteld, met inachtneming van hetgeen in dit artikel is bepaald.
4. Op schriftelijk verzoek van een lid kan een punt op de agenda geplaatst worden, mits een zodanig verzoek wordt ontvangen ten minste tien dagen voor de jaarvergadering, de dag van ontvangst en vergadering niet meegerekend.
5. Wordt een verzoek om een punt op de agenda te plaatsen niet ontvangen voor de hiervoor bepaalde dag, dan kan het bestuur alsnog besluiten het opgegeven punt op de agenda te plaatsen. De secretaris doet daarvan zo mogelijk onverwijld schriftelijke mededeling aan de leden. Heeft geen zodanig mededeling plaats gevonden dan kan de algemene vergadering besluiten het opgegeven punt niet in behandeling te nemen. Indien een opgegeven punt niet in behandeling wordt genomen, zal het punt op de agenda voor de eerstvolgende algemene vergadering worden geplaatst.
6. In afwijking van het vorenstaande moet een voorstel tot statutenwijziging worden ontvangen ten minste 14 dagen voor een algemene vergadering, de dag van ontvangst en van de vergadering niet meegerekend. Het bepaalde in lid 5 is in dat geval niet van toepassing.
7. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van acht dagen. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden te zenden schriftelijke mededeling met daarin vermelding van tijd en plaats van de te houden vergadering alsmede de agenda. Andere algemene vergaderingen dan de jaarvergadering worden gehouden zo dikwijls als het bestuur dit wenselijk oordeelt.
8. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte van het aantal stemmen of op verzoek van dertig leden, indien minder is dan een/tiende gedeelte, verplicht tot het bijeenroepen van de algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept.

TOEGANG EN STEMRECHT
ARTIKEL 15:
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet geschorste leden van de vereniging.
2. Over toelating van andere dan in lid 1 bedoelde personen, beslist de algemene vergadering.
3. Ieder niet geschorst lid van de vereniging heeft één stem.
4. Een lid kan een ander lid schriftelijk machtigen om zijn stem uit te brengen. Een lid mag voor maximaal twee andere leden een stem uitbrengen.
5. Een junior lid heeft geen stemrecht.

LEIDING VAN DE VERGADERING, NOTULEN
ARTIKEL 16:
1. De Algemene Vergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur of een door hem aangewezen plaatsvervanger uit het bestuur.
Indiende voorzitter afwezig is en geen plaatsvervanger heeft aangewezen, wordt de vergadering geleid door een bestuurslid of, bij afwezigheid daarvan, door een door de vergadering aan te wijzen lid.
2. Van de vergadering worden door de secretaris of een door een door de voorzitter aangewezen lid van de vereniging notulen gemaakt, welke in die vergadering of in de eerstvolgende zullen worden goedgekeurd.

BESLUITVORMING ALGEMENE VERGADERING
ARTIKEL 17:
1. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag der stemming, is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vind een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, één stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
2. Voor zover de statuten of de wet niet ander bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
3. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming wenselijk acht of een van de stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter.
4. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid van de uitgebracht stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemming wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is hij/zij gekozen, die de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemming op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het grootste aantal van de uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij/zij gekozen, die bij die tweede stemming de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken beslist het lot.
5. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco stemmen, onthoudingen, niet leesbare stembriefjes en met de naam van het stemmend lid ondertekende stembriefjes.
6. Zolang alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komen onderwerpen – dus mede een voorstel tot statutenwijzigingen of tot ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

COMMISSIES
ARTIKEL 18:
1. Binnen de vereniging kunnen commissies werkzaam zijn.
2. De instelling van deze commissies geschiedt op voordracht van het bestuur door de algemene ledenvergadering.
Het bestuur kan tussentijds een commissie instellen, die tot de eerste algemene ledenvergadering in functie blijft, waarin door de algemene ledenvergadering al dan niet tot voortzetting wordt besloten.
Over hun werkwijze brengen de commissies tijdens de jaarvergadering aan de leden en tussentijds aan het bestuur verslag uit.
3. De taken, werkzaamheden en werkwijze van een commissie zullen nader bij huishoudelijk reglement worden vastgesteld.
4. Commissieleden hebben geen recht op vergoeding voor hun werkzaamheden.

STATUTENWIJZIGING
ARTIKEL 19:
1. Wijzigingen van de statuten kan slechts plaats hebben na een besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen. De dag van oproeping en dag van vergadering niet meegerekend.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste zeven dagen vóór de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging(en) woordelijk is (zijn) opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.
3. Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten door een algemene vergadering waarin ten minste twee/derde van het totaal aantal leden van de vereniging aanwezig of vertegenwoordigd is, met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
4. Is niet twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken na de vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
5. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
6. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker gebied de vereniging haar woonplaats (zetel) heeft.

ONTBINDING EN VEREFFENING
ARTIKEL 20:
1. Behoudens het bepaalde in artikel 19 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de vereniging ontbonden door een besluit hiertoe van de algemene vergadering. Het hiervoor in artikel 19 leden 1 tot en met 4 bepaalde is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat bij de oproeping tot de vergadering moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden.
2. Indien bij een besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
3. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meest met het doel der vereniging overeenstemmen. De vereffenaars dragen het batig saldo daartoe over.
4. Na de ontbinding blijft de vereniging voorbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
3. De boeken en bescheiden van de vereniging moeten worden bewaard door een de vereffenaars aan te wijzen natuurlijke of rechtspersoon, gedurende zeven jaren na de vereffening.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT
ARTIKEL 21:
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Wijzigingen in het huishoudelijk reglement moeten door de algemene vergadering met tenminste twee/derde deel der uitgebrachte geldige stemmen worden goedgekeurd om van kracht te zijn.
3. Het huishoudelijk reglement zal geen bepalingen mogen bevatten die afwijken van of die in strijd zijn met de bepalingen van de wet of van de statuten, tenzij de afwijking door de wet of statuten wordt toegestaan.

ONVOORZIENE GEVALLEN
ARTIKEL 22:
In alle gevallen, waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur behoudens beroep op de algemene vergadering.